Met zijn 5.000 frituren is België koploper op wereldvlak en de frietkotcultuur is een essentieel onderdeel van het sociale leven in België. De friturist is een vakman die als geen ander de kunst van het perfect bakken van frietjes kent en elke friturist heeft zijn eigen specifieke smaak en specialiteit. En dat maakt precies het verschil tussen de fastfoodwereld, waar alles rond dezelfde smaken en producten draait. De friturist is een ambachtsman en levert maatwerk. Hij kent zijn klanten en ze kennen hem en zijn frietjes. Zijn frituur is uniek, de benaming vaak zeer origineel en persoonsgebonden en zijn frietkot is een sociale ontmoetingsplaats.
We mogen gerust zijn, we mogen onze frietjes blijven bakken op zijn Belgisch: voorbakken rond 140-150°C, laten rusten en dan afbakken om ze goudbruin en knapperig te krijgen en ten volle te genieten van de aardappelsmaak in hart van de friet. Geserveerd in een puntzak, in een bakje of elke andere presentatievorm, en dan met de vingers de frietjes nemen, nog even in de saus doppen en smullen maar. Fingerfood op en top.
Eerder bestond er heibel omdat de Europese Commissie beweerde dat frietjes eerst geblancheerd moesten worden om de vorming van het schadelijk acrylamide tegen te gaan. Gelukkig bleef het bij een aanbeveling en was het een storm in een glas water. Onze Belgische frietkotcultuur is officieel erkend als Belgisch immaterieel erfgoed. Alle bevoegde regeringen hebben daarvoor het licht op groen gezet. Door deze nationale erkenning komt de Belgische frietkotcultuur in aanmerking om erkend te worden als UNESCO immaterieel werelderfgoed. In totaal staan elf Belgische producten op deze lijst, onder meer onze beroemde garnaalvisserij in Oostduinkerke, onze biercultuur, het carnaval van Aalst, het Krakelingenfeest en Tonnekensbrand in Geraardsbergen, het Carnaval de Binche.
Immaterieel erfgoed wordt doorgegeven van generatie op generatie, en is een onderdeel van ons sociaal en maatschappelijk leven. Op de academische zitting in het Atomium schaarden onder andere de ministers van Landbouw Joke Schauvliege (Vlaanderen) en René Collin (Wallonië), ministers van Cultuur Sven Gatz (Vlaanderen), Alda Greoli (Wallonië) en Isabelle Weckmans (Duitssprekende gemeenschap), minister van Staat Herman De Croo en minister president Rudi Vervoort zich achter het project en ondertekenden het ‘charter voor de borging en het uitdragen van de Belgische frietkotcultuur’.
Prins Laurent was ook aanwezig en ondertekende het document. In zijn speech stak hij zijn liefde voor friet (met mayonaise) niet onder stoelen of banken. Prins Laurent zei hierover: “De aardappel is de sociale maaltijd bij uitstek.” Hij voegde de daad bij het woord op de frietreceptie aan de voet van het Atomium. De prins was net voordien opgenomen als Grootofficier in de Nationale Orde van de Gulden Puntzak en benoemd tot promotor van de Belgische friet en frietkotcultuur.
Ook de symbolische ambassadeur van de Belgische friet, het figuurtje James Bint, werd voorgesteld tijdens het evenement. Zijn achternaam werd niet zomaar gekozen: het verwijst namelijk naar de populaire aardappelvariëteit bintje. Via James Bint moet de Belgische friet gepromoot worden in het buitenland. Tijdens dezelfde academische zitting kwam Paul Illegems, die we ook kennen van ‘Encyclopedie van de Friet’ en andere werken, met het voorstel om de benaming van de sector aan te passen en voortaan te spreken over ‘horefrieca’, meteen een aanzet tot friet en fricadel en eerbetoon aan het frietkot. Dit is een sociale ontmoetingsplaats en creëert een sociale beleving waar alle onderdelen van de maatschappij elkaar terugvinden om al hun zintuigen te laten spreken bij het genieten van een lekkere friet.
Goed voor de omzet
De nationale erkenning is een eerste belangrijke stap naar een erkenning door UNESCO. Daartoe is echter nog geen officiële aanvraag ingediend bij de VN-organisatie. “De Belgen moesten eerst zelf bewust worden van dit erfgoed”, aldus Bernard Lefèvre, voorzitter van het Nationaal verbond van frituristen (Navefri). “Een eventuele kandidatuur bij de UNESCO zou veel werk vereisen.”
Zo’n erkenning levert wel vele toeristen op. Andere Belgische erkende producten en sectoren kenden een aanzienlijke omzetverhoging. Vorig jaar produceerde België 4,4 miljoen ton verwerkte aardappelen en was ons land de wereldwijd grootste exporteur van bevroren frieten.