Sinds 1 januari 2025 mogen studenten niet langer 600 uren maar slechts 475 uren per jaar werken in het voordelige statuut van jobstudent. Hun inkomsten moeten ook lager zijn om nog fiscaal ten laste te blijven van hun ouders.

Na de coronacrisis besloot de overheid om het urenpakket te verhogen naar 600 uren. Zo mochten jobstudenten in 2023 en 2024 jaarlijks 600 uren werken. Sinds 1 januari werd deze regel echter teruggeschroefd en is het maximum opnieuw 475 uren per kalenderjaar. De uren mogen vrij gekozen worden, en dit het hele jaar door. Vele jobstudenten reageerden overigens verontwaardigd op deze inperking van 600 naar 475 uren…

Tijdens die 475 uren is het brutoloon van de student bijna gelijk aan het nettoloon. Er wordt alleen een solidariteitsbijdrage van 2,71% ingehouden. Dat is een stuk lager dan de gebruikelijke sociale zekerheidsbijdragen van 13,07% voor gewone werknemers. Doorgaans wordt er ook geen bedrijfsvoorheffing ingehouden.

Bij iemand die met een studentenovereenkomst de 475 uur per jaar overschrijdt, worden de extra uren meegerekend binnen de limiet van 80 uren die men per maand kan werken met een gewoon contract.  Daarop moeten dan wel de normale sociale bijdragen betaald worden. De uitbetaler zal zich daarbij baseren op de gegevens van de RSZ.

Via de onlinedienst MyStudent@work en de app Student@werk kan men nagaan hoeveel uren men nog kan werken tegen verminderde sociale bijdragen.

Studenten mogen dit jaar ook minder verdienen om nog fiscaal ten laste van hun ouders te blijven. Als een kind fiscaal ten laste is van zijn ouders, betalen de ouders minder belastingen.

Wie werkt met een studentenovereenkomst, hoeft geen belastingen te betalen op de inkomsten als jobstudent, tenzij er op jaarbasis meer verdiend wordt dan 15.100€. Dat is een brutobedrag, na afhouding van de sociale bijdragen. Er zal wel een belastingaangifte ingevuld moeten worden.  Als men meer verdient dan vermeld bedrag, kan het ook zijn dat de ouders meer belastingen moeten betalen omdat de student op dat moment niet meer als “ten laste” wordt beschouwd.

Als jobstudent kan je overigens ontslag nemen. Het kan wel zijn dat er nog even moet gewerkt worden en dat er een opzeggingstermijn gedaan moet worden. 

Werkende studenten van 18 jaar of ouder moeten ook rekening houden met de kinderbijslag, in Vlaanderen het Groeipakket genoemd. Vlaamse jongeren mogen tot 475 uren werken tegen verminderde sociale bijdragen in een studentenjob. Boven op die 475 uren komt nog 80 uur extra, waarop de reguliere sociale bijdragen moeten betaald worden. Als er nog meer gewerkt wordt, verliest de jongere echter de kinderbijslag.

Wie tijdens de studies ook wil werken als zelfstandige, kan gebruik maken van het statuut van “student-zelfstandige”. Dit statuut biedt studenten die een eigen zaak willen opstarten , enkele sociale en fiscale voordelen aan die het makkelijker maken om de sprong naar het ondernemerschap te wagen.

(DV)