De man die wil dat Brussel nooit slaapt.

Dat de coronacrisis waarschijnlijk de zwaarste crisis ooit was voor de horecasector, hoeft geen betoog.  Hoe hebben de uitbaters van bars en discotheken zich door deze crisis ‘gewrongen’? Zij dienden namelijk bijna 2 jaar hun deuren te sluiten, langer dan de klassieke Horeca dus. We legden onze oren te luisteren bij Carl De Moncharline, met meer dan 40 jaar ervaring in het nachtleven goed geplaatst om de situatie van het nachtleven anno 2023 tegen het licht te houden.

De naam Carl De Moncharline (55) is een combinatie van de voornaam van zijn vader Mon De Rijck en de voornaam van zijn moeder Charline Mahy. Overigens is hij één van de … tien kinderen uit het huwelijk van zijn ouders.

Carl De Moncharline heeft alvast een CV om u tegen te zeggen. Naast zijn parcours in het nachtleven bouwde hij ook een rijke carrière uit in de wereld van public relations, media, events, mode en kunst, resulterend in ettelijke contacten op internationaal niveau. Het was dan ook niet te verbazen dat ‘de man met 10 ideeën per minuut’ zoals hij ook wel eens genoemd wordt, de beweging leidde om de belangen van de bar- en discotheekeigenaars te verdedigen tijdens de coronacrisis.

Carl De Moncharline is een communicatieprofessional met een trendy en ondernemende uitstraling die wil dat Brussel beweegt en nooit slaapt. In 2003 vertelde hij aan de krant Le Soir, die een portret over hem bracht: “Als kind wilde ik clown worden. Op school sloeg ik alles over wat niet nuttig was voor mijn toekomstig beroep”.

Zo slaagde hij erin op 21-jarige leeftijd de baan van artistiek directeur van de beroemde club Mirano aan de Leuvensesteenweg te bemachtigen. Hij bedacht de ‘Who’s Who’s Folies’, een concept dat hij exporteerde naar Fuse, de discotheek die momenteel veel in de belangstelling staat wegens de sluitingsproblematiek, en hij vervolgens naar de Queen en de Bataclan in Parijs bracht.

Samen met Serge Vanderheyden en Martin Peeters kocht hij het leegstaande en voormalige onderkomen van de Brusselse tramvakbondsleden in de Poinçonstraat aan, om er in 1996 ‘Who’s Who’s Land’ te openen. Het werd een succes: de club richtte zich op housemuziek maar ook, op donderdag, op een muziekgenre dat in Brussel nog niet erg verspreid was, met name rhythm-and-blues. Prince zaliger gaf er een afterparty na een concert in Vorst-Nationaal, Destiny’s Child, Beyoncé en Usher kwamen er het glas heffen, en ook Europese ambtenaren en advocaten vonden er hun gading. Maar ook toen al was geluidsoverlast en het burenprotest een item, ook voor de lokale politici. Later opende hij ook de nieuwe vestiging Wood aan de Floralaan in het Ter Kamerenbos. 

Zijn nieuwste initiatief heet l’Impérial, een private premium bar gevestigd aan de Regentsschapsstraat 67, in een neoklassiek herenhuis uit 1892, vlak bij het Poelaertplein en het Justitiepaleis.

“In onze premium bar vind je zonder meer de grootste collectie van champagneflessen van België, zo stelt hij. Onze producten zijn zeldzaam voor kostbare momenten, want we hebben maar één leven en delen is de sleutel tot geluk. Op het menu staan de must-haves van LVMH zoals Ruinart en Dom Pérignon, maar ook Jacquesson Cuvée 745, Chartogne-Taillet Les Barres, Pol Roger Cuvée Sir Winston Churchill 2008, Egly-Ouriet Grand Cru Brut Millesime 2008, Philipponnat Clos des Goisses 2012, de onvindbare Jacques Selosse Substance en S de Salon, of de beroemde Clos du Mesnil 2004 en Clos d’Ambonnay 2002 van Krug”. 

Het bedrijf werd hoedanook zwaar getroffen door de coronacrisis, met als gevolg de sluiting van het nachtleven. Carl de Moncharline was toen dé stem van de Brusselse sector tijdens de twee jaar durende pandemie. Hoe is het beroep van privé club-eigenaar en discotheekhouder ondertussen geëvolueerd?

“De sector heeft vijf grote crisissen gekend, met als meest recente de coronacrisis gevolgd door de oorlog in Oekraïne en de daaruit vloeiende energiecrisis, zo stelt hij. Voordien waren er ook de aanslagen op de WTC-torens, de bankencrisis en de aanslagen in Zaventem. Het is niet evident om zeggen welke crisis nu de zwaarste was, maar wat mij opvalt in het algemeen, is het gebrek aan globale steun vanwege de overheid. Bovendien was er een groot verschil qua aanpak tussen wat Vlaanderen deed voor onze sector, en vooral wat Wallonië en Brussel niet deden. In Vlaanderen heeft men heel goed gewerkt qua ondersteuning voor onze sector, beslist veel meer dan in Wallonië, waar een interne oorlog losbarstte, terwijl Brussel qua steun zonder twijfel het minst bedeeld werd van allemaal. Brussel heeft er overigens een zware tol voor betaald; dat heb ik trouwens nog altijd niet verteerd. Je mag niet vergeten wat wij bijna twee jaar de deuren hebben moeten sluiten. Dat was lang…”.

Nochtans werd er alles aan gedaan om het coronavirus buiten de muren van de club te houden. Maar het was ‘niet genoeg’ voor de overheid…

“Ventilatie en airconditioning hebben we altijd al gehad, van voor de coronaperiode, en we waren al in juli 2020 volledig uitgerust met anti-covid installaties die ook door de NASA worden aangewend, tot in de toiletten en de ijsmachines toe. Méér doen dan dat, was niet mogelijk. De installaties waarover wij beschikken, behandelen trouwens virussen in de ruimste zin van het woord in de lucht en op oppervlakten, alsook fijne deeltjes, pollen, allergenen, schimmels en geuren. Kortom een echte revolutie die ik iedereen in onze sector aanbeveel”.

Welke evoluties zijn er in het beroep van bar – en discotheekuitbater, in vergelijking met vroeger?

“De jongeren van vroeger zijn natuurlijk ouder geworden, en ik pas me daaraan aan. In l’Impérial mikken we dus vooral op een publiek van ­volwassenen, tussen de 35 en de 70 zeg maar. Die hebben meer comfort nodig dan vroeger, en daar houden we ook rekening mee. In onze bar bieden we, in een apart salon, onze champagnes en sterke dranken aan, er is een sigarenlounge, er zijn cocktailshakers aan het werk, en op de achtergrond klinkt er live muziek en is er soms ook een jazz optreden; dit laatste genre heb ik overigens in al mijn zaken gehad. In het club gedeelte in de kelder wordt er vanaf middernacht gedanst op de tonen van een DJ. Iedereen wordt aan tafel bediend”.

Welke evolutie zie je in de drankenkeuze?

“Ook de alcoholen zijn geëvolueerd. Vroeger had je bekende namen als Batida de Coco, Blue Curaçao, J&B whisky enz., thans zijn de sterkhoudende dranken ten goede geëvolueerd op het vlak van kwaliteit. We drinken minder maar beter, en ik ben ervan overtuigd dat mensen de ochtend nadien veel “minder hoofdpijn” hebben dan vroeger… Ook de “ambiance” in een bar verandert om de 2 jaar, maar minder snel dan in de jaren 80, toen de muzikale trends mekaar snel opvolgden, zoals punk, new wave, funk enz. Toen was muziek nog een belangrijke tendens, ook op het culturele vlak, nu is dat minder. Mensen dansen bij wijze van spreken met hun Instagram account of op basis van een internet-hit, en niet meer met muziek die uit de boxen knelt. Het is dus niet langer de muziek die de tendens bepaalt”.

Wat zou je aanraden aan iemand die anno 2023 een discotheek wil beginnen?

“De vraag is inderdaad in welk land je dit best begint, glimlacht hij. In België zijn er momenteel toch veel restricties allerhande. Tweemaal nadenken voor je begint zou ik zeggen…Misschien begin ik zelf nog iets nieuws, in Brussel, dat niet al “te moeilijk” is, maar het landschap van vooral de discotheken is toch wel sterk veranderd. Vroeger gingen de Vlamingen uit naar Brussel en Wallonië, en omgekeerd, maar mede door de opgedreven controles is er ook veel minder mobiliteit. Er is veel minder ‘va et vient’ tegenover vroeger, mede te verklaren door de oprichting van de voetgangerszone in het centrum van Brussel, o.a. Er zijn zoveel veranderingen geweest dat Vlamingen en Walen soms schrikken om naar Brussel te komen. Ik merk de verandering van cliënteel ook in l’Impérial. De helft van het cliënteel is van internationale afkomst, gevolgd door Brusselaars en Vlamingen.

Om ons bij een volgende keer te verdedigen, zouden we graag terugvallen op een persoonlijkheid zoals Mathias De Caluwe, CEO van Horeca Vlaanderen”, aldus nog Carl De Moncharline, die zelf ook optreedt als officiële vertegenwoordiger voor het nachtgedeelte van de vzw FEDCAF België.

Wat er ook van zij, één ding is duidelijk: voor kwalitatieve zaken zoals l’Impérial zal er altijd een plaats zijn, in goede en ook in mindere tijden. Mensen zullen altijd naar een ‘goede ambiance’ blijven streven, en eerlijk gezegd: wat is er leuker dan mensen te zien die een ‘good time’ hebben…? U doet toch mee?

{

In l’Impérial mikken we dus vooral op een publiek van volwassenen.

[ Danny Verheyden ]