Krug stelt zijn 167e ‘Grande Cuvée’ voor

Vanwege de lockdown heeft het Huis Krug zijn nieuwe ‘Grande Cuvée’, de 167e van de naam voor dit mythische Champagnemerk dat in 1843 door Joseph Krug werd gecreëerd, via een videoconferentie moeten voorstellen.

We hadden dus om 14.00 uur een afspraak met Olivier Krug, algemeen directeur, die de zesde generatie van de familie vertegenwoordigt, en Julie Cavil, de nieuwe keldermeester (sinds begin dit jaar). Een proeverij achter een computer komt niet vaak voor… Dus iets voor het geplande tijdstip voor deze ontmoeting ontkurkte ik de fles die ik een paar dagen eerder had ontvangen om samen met enkele Belgische collega’s deze nieuwe ‘Grande Cuvée’ te ontdekken. Maar we waren gewaarschuwd via e-mail: “Krug wil niet dat zijn Champagnes in fluiten geserveerd worden”. We wisten dat al omdat we het Huis verschillende keren hadden bezocht, namelijk in de tijd van Henri (de vader van Olivier) en Rémi (zijn oom). De ‘Grande Cuvée’? Dat is de signatuur van deze Champagne die ook millésimés en twee exclusieve cuvées uit Clos produceert: de Clos du Mesnil en de Clos d’Ambonnay. Dus, in een glas van het “fluit”-type dat meer op een “wijnglas” lijkt (wat het Huis aanbeveelt), proeven we terwijl we naar de presentatie van Olivier en Julie luisteren. Deze 167e editie is zoals altijd een Champagne van een zeer complexe assemblage en gestructureerd op een basis van het wijnjaar 2011. Ze is samengesteld uit 191 verschillende wijnen van 13 jaren, waarvan 1991 het oudste is. De assemblage bestaat uit 47% Pinot noir, 36% Chardonnay en 17% Pinot meunier en 42% reservewijnen, en hij is zes jaar in de kelder gebleven tot de verwijdering van de moer en nog een jaar alvorens nu op de markt te worden gebracht. En zoals altijd bij Krug heeft deze Champagne vier maanden in oude vaten van 205 liter doorgebracht, een rijping die de veroudering zal vertragen.

“Wij hebben geen vooroordelen, noch over de herkomst van de druiven, noch over de druivenrassen”

Krug herhaalt graag dat de bedenkers van zijn Cuvées geen vooroordelen hebben betreffende de herkomst van de druiven. Ze komen van ‘Grands Crus’, ‘Premiers Crus’, maar ook uit het zuiden van de benaming, uit de Aube, een regio die vroeger erg bekritiseerd werd maar vandaag steeds meer lijkt te worden gewaardeerd door de Champagnehuizen. Ook voor de druivenrassen geen vooroordelen: bij Krug waarderen ze de fruitigheid van de Pinot meunier, die daarom 17 procent van deze Cuvée uitmaakt. We vinden in deze laatste editie de balans tussen frisheid en diepte (die niet paradoxaal is). Een nauwkeurige, geciseleerde Champagne, lang in de mond en complex. Met een onweerstaanbare stijl. Aan het begin van onze ontmoeting kondigde Olivier Krug ons aan dat hij vergeten was om een fles in de koelkast te zetten. Dus proefde hij die op ongeveer 15°, uit zijn kelder. Toen ik hem vroeg wat voor hem de ideale temperatuur was, antwoordde hij: “Rond de 10-12°”. Zoals die van een grote witte wijn.