De Brussels Hotel Association stelde onlangs Willem van der Zee aan als nieuwe voorzitter, en dit ter opvolging van Yves Fonck, die zijn ambtstermijn beëindigde maar actief lid en bestuurder van de BHA blijft. Samen de secretaris-generaal van de associatie Rodolphe Van Weyenbergh zet Willem van der Zee zijn (sterke) schouders onder de verdere ontwikkeling van de Brusselse hotelsector. “Ik zal de belangen van de Brusselse hotelsector op alle vlakken proberen te verdedigen”, zo stelt hij. Een gesprek.
De Brussels Hotels Association (BHA) is de beroepsorganisatie voor de hotelsector. Haar leden (hotels en apparthotels) vertegenwoordigen meer dan 17.900 kamers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (90% van de sector) en het economisch hinterland, waaronder de regio rond Brussels Airport, en bestaan zowel uit zelfstandige hotels als keten- en aparthotels.
De BHA wordt sinds kort voorgezeten door de in Spijkenisse geboren Willem van der Zee. Opmerkelijk, want Nederlander zijnde volgde hij een opleiding aan het PIVA in Antwerpen, en studeerde hij er ook hotelmanagement.
“Ik ben een perfecte (Neder)Belg, zo glimlacht hij, want ik bracht mijn jeugd door onder de Moerdijk, waaronder in Hulst, en na het beëindigen, in 1990, van mijn studies aan het PIVA heb ik gewoond en gewerkt in Brussel, Vlaanderen en Wallonië”.
Algemeen wordt er geopperd dat er in ons land op een andere manier aan zaken wordt gedaan dan in Nederland. Klopt dat?
“Laat ons stellen dat, de directheid van de Nederlanders kennende, een paard ook als een paard benoemd zal worden in Nederland, terwijl men daar in België wel eens wat diplomatischer over kan zijn. Maar: deze twee visies kunnen absoluut goed samengaan, zo zegt mijn ervaring”.
Door de jaren heen bouwde Willem van der Zee een internationale carrière uit, vaak gekenmerkt door zijn engagement en expertise in de Belgische en Brusselse hotelsector, en door zijn sterke banden met de lokale economie. Zo bekleedde hij onder andere de functie van Director Belgium bij Radisson van 2006 tot 2010, terwijl hij het Radisson Blu Royal Hotel in Brussel leidde. Van 2010 tot 2015 was hij Vice President Radisson Central Europe.
Sinds september 2022 voegt Willem van der Zee een nieuw hoofdstuk toe aan zijn carrière in zijn functie van Director of Operations voor België̈ bij de toonaangevende Zweedse hotelinvesteringsgroep Pandox,. Hij houdt toezicht op de exploitatie van zes hotels in Brussel, en één in Antwerpen, bij Pandox. Tegelijkertijd is hij General Manager van The Hotel aan de Waterloose steenweg, (veel) vroeger bekend als het Brussels Hilton.
Wat is nu de strategie van de Brussels Hotel Association voor dit en volgend jaar?
“Samen met de verschillende overheden wil ik me blijven inspannen om Brussel nog aantrekkelijker te maken voor zowel toeristen als zakenreizigers, zo stelt hij. Daarom ook is het van cruciaal belang om het Neo-project met een congreszaal voor meer dan 5.000 personen aan de Heizel te voltooien. Ook de investeringen van Brussel in projecten zoals de onlangs gerenoveerde Beurs en het te realiseren museum Kanal tillen de aantrekkingskracht van onze hoofdstad alleszins naar een hoger niveau.
Weliswaar dienen we onze destination marketing globaal nog beter in de verf zetten, ook al hebben we natuurlijk niet de attracties die een Londen en/of een Parijs wél heeft. Maar: zelfs Antwerpen heeft tijdens de weekends een hogere bezettingsgraad van hotelkamers dan Brussel, al hebben ze natuurlijk wel minder kamers dan onze hoofdstad”.
Tegen 2030 wil de BHA een mooi duurzaamheidsverhaal gerealiseerd hebben. Hoe gaan jullie dat aanpakken?
“De economische ontwikkeling van onze hotelsector kan alleen en volledig gerealiseerd worden als we de ecologische en sociale aspecten van de vermelde projecten goed aanpakken, en door publieke en private betrokkenheid en investeringen te combineren. Dit partnerschap is dé sleutel om de uitstoot van de hotelsector met 35 tot 40% te verminderen tegen het einde van het huidige decennium. We moeten streven naar een voortrekkersrol voor de Brusselse hotel- en appartementensector in duurzame en maatschappelijke ontwikkeling.
Onze kracht ligt voornamelijk in onze jobcreatie, die gevarieerd en voor iedereen toegankelijk kan zijn. De sociale engagementen van de sector, zoals de samenwerking met TADA (Toekomst Ateliers de l’Avenir), zijn hierin essentieel, en moeten nog verder versterkt worden. En het is onze absolute plicht, als Brusselse hotelsector, om qua tewerkstelling ook naar de minderbedeelden te gaan kijken.
Samengevat: we moeten de deuren van onze hotels nog verder openen, bruggen bouwen en opleidingen aanbieden. Dit is dé manier om talent aan te trekken en onze bedrijven, onze sector en Brussel beter te profileren”.
Een ander, en zeker niet te onderschatten aandachtspunt, is de goedkeuring, onlangs door de parlementaire commissie, van de nieuwe regelgeving voor toeristische accommodatie.
“Dit is, met dank aan de Minister-President van het Brussels Gewest Rudi Vervoort, een belangrijke stap om een einde te maken aan de oneerlijke concurrentie in de sector, o.a. vanwege airbnb. Het moment is dan ook aangebroken om over te gaan tot een snelle uitvoering van de ordonnantie door de Brusselse regering. De airbnb’s zullen onderworpen worden aan meer wetgevende maatregelen, wat een goede zaak is, want laten we eerlijk zijn: deze vormen van accommodatie acteren niet op een (voor de Brusselse hotellerie) eerlijk speelveld. Vergeet niet dat er in Brussel bijna 5.000 appartementen en/of logementen worden aangeboden, wat toch best veel is op een totaal van bijna 18.000 “klassieke” hotelkamers. Vanaf ze zich verplicht moeten aanmelden als logement, zullen ook zij, net zoals de hotels, een citytaks moeten betalen. Het is wel jammer dat die verhoging van de citytaks de toeristische sector niet rechtstreeks ten goede zal komen, vermits de extra opbrengsten in een gemeenschappelijke pot gaan. Een stad als Amsterdam daarentegen gebruikt die citytaks wél om verder te investeren in de toeristische sector.
Nog volgens het voorstel zullen de brandveiligheidsattesten naar een geldigheid van 5 naar 8 jaar gaan, wat ook voor de kleinere hotels een goede zaak zal zijn, want minder administratieve rompslomp…”.
Maar…Gaat dit nog lukken voor de aanstaande verkiezingen?
“Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, en dat is vaak ook het geval voor de verschillende gewestelijke overheden. Deze vraag komt mij dus niet toe, houdt Willem van der Zee zich op de vlakte. Maar: het is natuurlijk wel zo dat we ‘moeten’ samenwerken. Laten we dan ook kijken naar wat er concreet na de verkiezingen gebeurt”.
In het algemeen doet de Brusselse hotelsector het overigens, sinds het einde van de coronacrisis, jaar na jaar beter, al blijft de gemiddelde bezettingsgraad op jaarbasis nog een 7tal procent achter in vergelijking met 2019, het laatste “normale” jaar sinds tante Corona langskwam. Het globale hotelaanbod in Brussel is ook toegenomen, met bv. de ingebruikname van The Hoxton in de directe buurt van het Noordstation, en ook dit jaar openen een aantal ‘grote’ namen hun deuren, waaronder Cardo Brussels (het voormalige Sheraton aan het Rogierplein) en Corinthia Brussels (het vroegere Astoria Hotel in de Koningsstraat). Ook in de hotelzone rond Brussels Airport gaan er een 650tal
kamers bijkomen.
“Brussel is en blijft sowieso de hoofdstad van Europa, met een hele reeks instellingen die aan de EU verbonden zijn, en huisvest ook de hoofdzetel van de NAVO. Dat zal zijn effect op de hotelsector blijven hebben, vandaag en morgen. En: al bij al is er nog een groeimarge mogelijk op het huidige aanbod van 18.000 hotelkamers voor een stad als Brussel. Op sommige momenten lijkt het wel of we teveel capaciteit in ons aanbod hebben, maar verspreid over een langere tijd, kunnen we dat absorberen en verdienen alle hotels wel hun spreekwoordelijke boterham”.
Hoe evolueert de gemiddelde verblijfsduur ondertussen?
“Sinds de coronacrisis trad er alleszins een shift in de klantensegmentatie op. Toeristen verblijven gemiddeld een tweetal nachten, terwijl dit voor zakenlui rond de 1,4 à 1,6 nachten schommelt. Je merkt ook dat het MICE segment zich herstelt, maar weliswaar nog niet aan 100%. En, niet onbelangrijk: op het vlak van de gemiddelde kamerprijs heeft Brussel een inhaalbeweging gerealiseerd tegenover vergelijkbare Europese bestemmingen. De gemiddelde kamerprijzen zijn dan ook, in vergelijking met enkele jaren geleden, toegenomen met 24%”.
De Brusselse hotelsector telt alvast met optimisme af naar komende zomer, wanneer de ogen van de wereld op de Olympische Spelen in Parijs gericht zullen zijn. Verwacht wordt dat de hotelkamerprijzen tijdens dit wereldevent in Parijs astronomisch hoog zullen liggen (er wordt gesproken van gemiddelde kamerprijzen van 600€), en dat bezoekers naar het ‘goedkopere’ Brussel zullen komen afzakken. Met de Eurostar is het immers maar 1u22 sporen tussen Brussel-Zuid en Paris-Nord. Er loopt ook een imagocampagne vanwege visit.brussels om toeristen die naar de lichtstad afreizen, ook naar Brussel te lokken.
Zal de Brusselse hotelsector een graantje kunnen meepikken van dit wereldevent?
“Er is alvast één groot medisch congres dat traditioneel in de zomer in Parijs plaatsvindt, en thans voor Brussel gekozen heeft. Globaal is het nog even afwachten wat het effect van de OS in Parijs voor Brussel zal betekenen”, aldus nog Willem van der Zee.
Voor meer info, surf naar www.brusselshotelsassociation.be en www.pandox.se
[ Danny Verheyden ]