Wat is er leuker dan lekker lang aperitieven, voorafgaand aan de lunch of het diner? Een leuk hapje erbij maakt het helemaal af. De Italianen doen ons voor hoe het moet.

Is het nu op een zonovergoten terras midden in de stad, in een strandtent of binnen in een stemmige bar: een aperitief maakt de stemming feestelijk en scherpt de honger. Een aperitief is best niet (te) zoet en ook niet al te zwaar. Friszure of licht bittere smaken doen het goed.

Overal in Europa wordt geaperitiefd en elk land heeft eigen tradities. De Belg is fan van enkele frisse pintjes of van een dorstlessende geuze. De Britten houden al sinds jaar en dag van hun gin-tonic, al lang van voor het drankje het Kanaal overstak en ook op het continent algemeen populair werd. De Fransen zweren dan weer bij pastis of – uiteraard – champagne. Ga je naar Griekenland, dan serveren ze er graag een glaasje ouzo voor de maaltijd. In Spanje zijn ze dan weer dol op een tinto de verano, een lichte rode wijn met ijs en frisdrank (vb. Fanta Lemon of Sprite).

De echte meesters van het aperitief, dat zijn evenwel de Italianen. Hun ‘aperitivo’ is een serieuze zaak en ze nemen er uitgebreid de tijd voor. In de laars eten ze dan ook vrij laat, niet zo laat als de Spanjaarden maar zelden vroeger als acht uur of halfnegen. Zo rond de klok van halfzeven is het aperitieftijd. Bij een aperitief in Italië zul je vrijwel altijd een of meerdere hapjes krijgen, en dan hebben we het niet over wat chips of borrelnootjes.

Vooral in de noordelijke helft van het land kunnen die hapjes vrij uitgebreide vormen aannemen. Denk aan kaasblokjes, gedroogde of gerookte ham, gemarineerde groenten, stukjes quiche… In de elegante cafés in Milaan, Turijn of Firenze staan soms hele buffetten uitgestald. Vaak vraagt de uitbater bij de aperitivo net iets meer voor het drankje. Tussen de 7 en 10 euro is gebruikelijk. De hapjes die erbij horen, worden dan aangeboden door de bar.

Wat drinken die Italianen nu allemaal als aperitief? Denk alvast niet aan grote sloten bier. Net zoals met hun kledij gaat ook met hun ‘aperitivo’ enige verfijning gepaard.

Prosecco

Uiteraard kunnen we hier niet om prosecco heen, de Italiaanse pendant van de Spaanse cava of de Franse crémants. Prosecco is zowel de naam van deze Italiaanse mousserende wijn als van de vorige naam van de witte druivensoort waar deze wijn van gemaakt wordt. Officieel is de naam de gebruikte druif nu glera, maar de naam prosecco wordt nog altijd vaak gebruikt. Hoe dan ook is de smaak van prosecco altijd jong, levendig, fruitig en fris. Prosecco komt uit het noordwesten van Italië. Aan prosecco is in 2009 de status Denominazione di Origine Controllata e Garantita (DOCG) toegekend. Op hetzelfde moment is een Denominazione di Origine Controllata (DOC) gecreëerd voor prosecco die wordt gemaakt in vijf provincies van Veneto en vier van Friuli. De populariteit van prosecco is al een tijd enorm aan het stijgen, met een exportgroei van meer dan 50 procent in de afgelopen vijf jaar.

De meest befaamde Italiaanse mousserende wijn is ongetwijfeld franciacorta. Deze wordt net als champagne gemaakt volgens de méthode traditionelle, dus met een tweede gisting op fles. De wijn komt uit de Noord-Italiaanse regio Lombardije. De druivenrassen die je in de Franciacorta-regio veel tegenkomt, en die mogen worden gebruikt bij de productie van franciacorta zijn chardonnay, pinot nero en pinot bianco. In Italië heeft franciacorta zowat hetzelfde statuut als champagne bij ons.

Antonio Benedetto Carpano

Heel wat Italiaanse aperitieven en cocktails zijn gebaseerd op basis van vermout, en laat dat nu net een drankje van Italiaanse oorsprong zijn. In 1786 in Turijn ontwikkelde Antonio Benedetto ­Carpano in zijn drankenzaakje een drankje dat wij tegenwoordig kennen als vermout. Vermout is een versterkte en gearomatiseerde wijn met een alcoholpercentage tussen de 14,5 en 21 procent. Het goedje moet voor driekwart uit wijn bestaan en er zit ook altijd alsem in, een bitter kruid. Verder kent elke vermout zijn eigen kruiden en smaakmakers: gember, kamille, vanille, lavendel, korianderzaad, kardemom …

Grofweg kunnen we vermout opsplitsen in drie soorten: fruitige en lichte witte vermout, rode vermout met een bitterzoete, kruidige smaak en de droge witte vermout die men vaak gebruikt voor cocktails, bijvoorbeeld de emblematische Dry Martini. Wereldwijd bekende merken vermout zijn onder meer Martini en Cinzano, maar er bestaan nog vele honderden (kleinere) producenten die kwalitatieve vermout op de markt brengen.

Kwalitatieve bitterzoete rode vermout kun je gerust puur drinken, met ijs en een schijfje sinaasappel. Het kan ook aangelengd worden met wat soda.

Campari is een ander icoon uit de Italiaanse drankenwereld. Campari is een likeur op basis van bittere kruiden en aromatische planten en fruit. Het heeft een alcoholpercentage van ongeveer 25 procent. De kleur is robijnrood. Campari-orange of Campari-tonic kent fans van over de hele wereld. Er bestaat trouwens ook een alcoholvrij alternatief voor een Campari of andere kruidige likeuren: een Crodino. Dit bitterzoete drankje kun je zowel puur drinken als verwerken in een cocktail of longdrink.

Negroni en Aperol Spritz

We hadden het al over vermout en over Campari. Brengen we deze twee samen en voegen we nog wat gin toe, dan krijgen we een negroni. Dit stevige aperitief bestaat ruim honderd jaar en is in Italië een echte klassieker. In onze contreien breekt dit drankje pas sinds enkele jaren helemaal door. Voor een negroni giet je de drie vermelde dranken in een glas met veel ijs, je roert het goed en je werk het af met een schijfje sinaasappel. Je kunt het vruchtvlees en de pel van de sinaasappel ook wat pletten zodat er extra aroma’s en wat sap vrijkomen.

De Negroni is dus een topper, maar hélemaal populair op de zomerse terrassen is de Aperol Spritz, met zijn feloranje kleur.

Aperol is een drankje met onder andere bittere sinaasappel, gentiaan, rabarber en kina. Hoewel het ruikt, smaakt en eruitziet als Campari, heeft Aperol een alcoholpercentage van slechts 11%, waar Campari 25% alcohol bevat.

Aperol wordt een Aperol Spritz door toevoeging van prosecco en bruiswater.

Over naar de limoncello dan. ‘Dat is toch veel te zoet en niet geschikt als aperitief’, horen we u al zeggen. Puur geserveerd is dat inderdaad zo, maar er zijn alternatieven. Recent verbleven wij op Sicilië en daar valt een ‘limoncello tonica’ bijzonder in de smaak. Dat is limoncello met veel ijs, een citroenpartje, wat basilicumblaadjes en een klein flesje tonic. Uitermate verfrissend. Een variant hierop is de ‘limoncello spritz’, met prosecco en bruiswater. Niet voor niets is limoncello zo alomtegenwoordig op Sicilië: de zongerijpte citroenen behoren tot de beste van Italië.

Cin cin! (Proost, in het Italiaans)

[ Ruben De Ville ]