Op het eerste gezicht geven de cijfers voor de Belgische voedingsindustrie de indruk dat alles goed gaat. Maar als we iets beter kijken, is de realiteit minder rooskleurig.

Het belang van de voedingsindustrie in België mag nochtans niet onderschat worden: we zijn de nummer 1 in de verwerkende industrie qua omzet (81 miljard euro) en banen (102.000 directe banen). Het verkoopvolume daalt echter voor het vierde jaar op rij en het aantal faillissementen is sterk gestegen in 2023. De winstgevendheid van voedingsbedrijven staat ook onder druk, met marges op een historisch laag niveau. Elke dag worden 4.500 banen niet ingevuld bij gebrek aan geschikte profielen. De concurrentie met buitenlandse bedrijven wordt steeds moeilijker door toenemende concurrentienadelen (loonkosten, energiekosten, belastingen enz.).

Concreet vraagt Fevia om te werken aan 4 punten:

  1. Versterking van de winstgevendheid en het concurrentievermogen door de loon- en energiekosten te verlagen, de belastingdruk te verlagen in plaats van te verhogen en ervoor te zorgen dat de administratieve lasten vereenvoudigd en verminderd worden.
  2. De garantie van een toereikend aanbod van arbeidskrachten door de inschrijvingsgraad in STEM-richtingen en de STEM-cultuur in het onderwijs te verhogen, door werkplekleren in het middelbaar en hoger onderwijs te versterken, door prestatiesystemen in te voeren die gericht zijn op vacatures en gevraagde vaardigheden, door bedrijfsopleidingen en economische migratie voor gekwalificeerde werknemers en knelpuntberoepen te bevorderen en te ondersteunen.
  3. Meer evenwicht en een betere verdeling van de kosten en marges in de keten door een versterking van de wetgeving die voedingsproducenten beschermt tegen oneerlijke handelspraktijken en de controle daarop, het bevorderen en valideren van overeenkomsten over de verdeling en doorberekening van kosten en winstgevendheid op filiaalniveau, driemaandelijkse controle en objectivering door het Observatorium van de Prijzen, evenals het promoten van de sterke punten van Belgische voedingsproducten..
  4. Een echt industrieel beleid, gericht op de toekomst, via structureel overleg met de industriële sectoren, dat transitie, innovatie en investeringen stimuleert en ondersteunt, dat stabiliteit, vooruitzichten en rechtszekerheid nastreeft, dat voorziet in een omzetting op maat van de Europese regelgeving in plaats van gold-plating en dat de Europese interne markt versterkt.

bron: Fevia