Omdat de traditionele visserij het al een tijdje moeilijker heeft, zet de Vlaamse overheid meer en meer in op een duurzaam visserij 2.0 beleid. Dat doet het o.a. met Marifish, een nieuwe hub voor start-ups in de aquacultuur en de visserij, gelegen op de terreinen van de Vlaamse Visveiling in Oostende.
De visquota, zijnde de maximale vishoeveelheid die men per vissoort en per gebied mag aanbrengen, blijft regelmatig voor kopbrekens zorgen in visserijmiddens, maar er is goed nieuws. De Belgische vissers mogen sinds juli ll. namelijk vier keer meer tong dan voorheen vangen in de Ierse Zee, één van de vijf gebieden waar de Belgische vissers op deze vissoort vissen. De vangstquota worden opgekrikt omdat er meer tong in de zee zit dan gedacht.
Eerder was vastgelegd dat de Belgische vissers dit jaar 62 ton tong zouden mogen ophalen in de Ierse Zee, tegenover 270 ton vorig jaar, of een daling met liefst 77%. Een recent wetenschappelijk rapport gaf echter aan dat het tongbestand in de Ierse Zee in een veel betere toestand verkeert dan eerder was aangenomen. Daarom werd afgesproken dat de Belgische vissers 281 ton tong mogen vangen. Volgens de Rederscentrale zorgt tong voor de helft van de omzet van de Belgische vissers.
Om dergelijke onzekerheden in de toekomst te vermijden wil men, o
p Europees niveau, gebruik maken van nieuwe technologieën om vissoorten te monitoren. De data waarop de adviezen gebaseerd zijn, zijn immers al enkele jaren oud. Het is de bedoeling dat de Europese lidstaten binnenkort gebruik moeten kunnen maken van veel actuelere gegevens, zodat er meer duidelijkheid ontstaat voor alle betrokken partijen.
“Zeekat en pijlinktvis, waarvoor er geen quotum bestaat, zijn samen de nummer 2 geworden”, aldus Tom Premereur, directeur van de Vlaamse Visveiling die, met vestigingen in Oostende en Zeebrugge, driemaal per week een ochtendlijke visveiling organiseert, met name op maandag, woensdag en vrijdag. De Vlaamse Visveiling werkt met een 200tal aankopers in totaal, gaande van groothandelaren over supermarktketens tot klassieke viswinkels enz. De Fish & Oysterbar Julia uit Koksijde (www.julia-baaldje.be) behoort eveneens tot het klantenportfolio; Verser dan vers kan de vis op die manier alvast niet zijn… Er is overigens ook een visveiling in Nieuwpoort die, in tegenstelling tot deze van Oostende en Zeebrugge, wél toegankelijk is voor het grote publiek.
Artificiële Intelligentie is ondertussen ook tot de Vlaamse Visveiling doorgedrongen. De veiling beschikt immers over een op AI gebaseerd automatisch sorteersysteem dat de vissoort onmiddellijk herkent op basis van een aantal parameters.
“We zijn daarin uniek in de wereld”, aldus Tom Premereur. “De volgende stap is om de kwaliteit van de vis te gaan bepalen met AI, naast het professionele werk van onze keurders uiteraard”.
Hoe zie je de toekomst van de traditionele visserij?
“In totaal zijn er nog een 350tal vissers en 58 vissersboten actief op zee, aldus Tom Premereur. Dat aantal daalt jaar na jaar, maar het is “doenbaar”, en we beschikken ook over één van de meest vooruitstrevende vloten van de Europese Unie. Er is een algemeen tekort aan wilde vis (vorig jaar -6% in vergelijking met 2022), wat maakt dat het aanbod kleiner is dan de vraag. Eventuele schaarste is echter een natuurlijk fenomeen waarvoor er geen specifieke reden bestaat, en wat we dus ook gewoon moeten aanvaarden. Klassieke vissoorten blijven sowieso populair.
Duurzaamheid was ook één van de uitgangspunten bij de opstart, eind vorig jaar op de terreinen van de Vlaamse Visveiling in Oostende, van Marifish, een nieuwe hub voor startups en scale-ups in de aquacultuur en de visserij, en dit op gezamenlijk initiatief van het European Food Centre, Voka en de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen (POM Vlaanderen). Met Marifish wil men de mogelijkheid bieden om innovaties in de aquacultuur te realiseren, waarvan ook de traditionele visserij een graantje kan meepikken.
Door het oppompen van een zeewater via een boorput, die tot 42 meter diep gaat, wordt de mogelijkheid geboden om zeewier te kweken en te verwerken, schaal- en schelpdieren te verwateren of nog oesters en mosselen verkoopklaar te maken. Het complex, verdeeld over verschillende units en goed voor 6.000 m2, is een project van de bekende ondernemer Willy Naessens.
“Eén van de eerste realisaties worden de Ierse oesters Bells Eye en Carlingford die dra van Zeebrugge, waar ze al 2 jaar verpakt worden, naar Oostende overgebracht zullen worden om hier op water te komen staan; verser kan je ze niet kunnen hebben,” aldus Tom Premereur. “Het is dé oplossing voor deze Ierse familiebedrijven om een eigen label in de markt te zetten en mee te draaien in het circuit van de Visveiling”.
Hoe zit het overigens met de Zeeuwse bodemcultuurmosselen dit seizoen? Door een mix van natuurlijke factoren zoals natuurlijke verzwakking, schuimalgen en een verhoogde instroom van zoetwater door hevige regenval, lag de aanvoer vanuit de Oosterschelde bij het begin van het seizoen 40% lager dan vorig jaar. In de Waddenzee daarentegen is de vangst wel goed. Om aan de vraag te voldoen, past men het systeem toe waarbij geïmporteerde mosselen uit Denemarken, Duitsland, Ierland, Groot-Brittannië en Frankrijk gedurende enkele dagen verwaterd worden in de Oosterschelde, waarna ze het etiket van de Zeeuwse mossel mogen dragen. Zeker Zeeuws is en blijft sowieso het échte keurmerk.
De Noordzeegarnalen, die andere topper, hebben een tijdje onder schaarste geleden, maar zijn thans qua aanvoer opnieuw onder controle. Garnaalkroketten zijn en blijven ook één van dé Belgische klassiekers waarmee men zich als chef kan profileren, en daarom ook dat 20 horecazaken eind vorig jaar deelnamen aan de vierde editie van de Brusselse wedstrijd voor de beste garnaalkroket, georganiseerd door visit.brussels. Les Brasseries Georges uit Ukkel kroonde zich voor het voor het tweede opeenvolgende jaar tot winnaar.
De 57jarige Franse chef Bruno Lesbats, die toen deel uitmaakte van de équipe bij Les Brasseries Georges, stapte in de lente van dit jaar over naar La Taverne du Passage in hartje Brussels en verfijnde ondertussen het winnende recept.
“Ik bracht een persoonlijke toets bij aan het recept, o.a. door met infusies en Espelette-peper te werken”, zo stelt hij. “En, niet onbelangrijk: daar waar een doorsnee garnaalkroket 28 à 32% garnaal bevat, werken wij met een gehalte van 42%, dus bijna de helft van het volledige gerecht. Algemeen beschouwd leg ik enorm de nadruk op smaken en deins ik er ook niet voor terug om nieuwe keukens te leren ontdekken en bijkomende opleidingen te volgen. Ik wil namelijk altijd bijleren. Het streefdoel moet zijn om alles altijd te willen verbeteren”.
Voor meer info, surf naar www.vlvis.be, www.mosselen.nl en www.latavernedupassage.be
Recept voor garnaalkroketten van Bruno Lesbats
Ingrediënten
1 kg hele grijze garnalen, 2 grote preien, 2 wortels, 2 uien, 2 dl witte wijn, 3 liter melk, 20 vellen gelatine, 350 g boter, 350 g bloem, 2,5 kg gepelde grijze garnalen, Nootmuskaat, 60 g zout, 20 g Espelette-peper, 6 eierdooiers, 200g oud Brugge
Bereiding
Bak de hele garnalen op hoog vuur bruin. Voeg de groenten toe en laat een paar minuten bruin worden. Blus af met witte wijn, breng aan de kook. Voeg voldoende water toe en kook gedurende 20 minuten. Meng alles, passeer door een zeef en druk goed aan. Maak een roux van boter en bloem. Voeg de garnalenbouillon en melk toe. Voeg de kruiden toe. Kook en kook terwijl je klopt. Zodra het mengsel dik is, haal je het van het vuur. Voeg de gelatine, dooiers en kaas toe. Plaat en zet in de koelkast om uit te harden. Het enige wat je hoeft te doen is ze te paneren. Van mijn kant uit is het een mengsel van gouden paneermeel en Panko.
[ Danny Verheyden ]